Wanneer we praten over overload dan betekend dat eigenlijk gewoon een “hogere belasting”. Op het moment dat we overload toepassen, dan creëren we dus een hogere belasting dan we gewend zijn. Dit kan op verschillende manieren en vlakken. Uiteindelijk is je lichaam overload nodig om zich aan te passen en dus zijn wij overload nodig om een trainingsprogramma effectief te laten zijn.
Overload gebruiken voor een effectief trainingsprogramma
We weten dat ons lichaam een enorm aanpassingsvermogen heeft en reageert op trainingsprikkels waaraan het wordt blootgesteld. Het is alleen wel enorm belangrijk om er voor te zorgen dat je met deze training een juiste prikkel afgeeft. Een te lichte trainingsbelasting doet niks en leidt niet tot fysieke veranderingen of tot prestatieverbetering. Een te zware trainingsbelasting verhoogt de kans op blessures en ook dit zal niet leiden tot het juiste resultaat. Het is dus belangrijk om te weten wat jouw huidige niveau is en om dan vanuit hier een iets hogere belasting toe te passen.
Wet van specificiteit
Trainingseffecten zijn specifiek en op het moment dat je overload wil toepassen, moet je dit toepassen op jouw specifieke doelstelling. De veranderingen in bouw en functie zijn specifiek voor de organen of spieren die worden belast. Als je bijvoorbeeld op het gebied van conditietraining je aerobe systeem traint, dan zal jou anaerobe lactische systeem nauwelijks worden beïnvloed. Het komt er dus op neer dat je beter wordt in dat wat je doet (Houtman et al., 2016).
Supercompensatie
Zoals in ons artikel over supercompensatie uitgebreid beschreven, is het van groot belang dat je voldoende herstelt na het geven van een juiste trainingsprikkel. Wanneer je te lang wacht of te snel weer gaat trainen, zal je de vorige trainingsprikkel te niet doen.
Conclusie
Wanneer je overload op de juiste manier toepast en hier rekening mee houdt in jouw trainingsprogramma’s dan zul je de meeste resultaten boeken met jouw trainingen. Wanneer je hier geen rekening mee houdt en je je lichaam dus te weinig prikkel geeft of zelfs een te grote prikkel, dan zal je niet het gewenste effect zien. Als laatste moet de prikkel die je geeft specifiek gericht zijn op jouw doelstelling, omdat de adaptatie ook specifiek zal zijn.
Bron:
Houtman, I., Schlatmann, H., & Van Der Poel, G. (2016). Fysiologie voor de sportpraktijk (5e herziene druk). https://doi.org/10.1007/978-90-368-1308-2